Dit wil je op de basisschool, naast zittend leren uit boeken: een uit-me-kaar-kamer
Het is geen geheim dat er een nijpend tekort aan mensen in de techniek is. Arbeidskracht is hard nodig, want niemand trekt het als in de winter de Cv-ketel het begeeft of je wifi ineens verzaakt. En dan laat ik alle andere ellende, die je zelf niet met schroevendraaier of boor kunt oplossen, nog achterwege.
Ik ontmoette onlangs Willem, op een congres, en hij sprak over een hiaat in het Nederlands onderwijs. Het basisonderwijs was, volgens hem, vooral op lezend leren gericht. Met je neus in de boeken, aan een tafeltje, zittend op een stoel. Dat gebeurt al vanaf groep 3, soms eerder. Afgezien van het effect dat stilzitten op een kinderbrein heeft, vroeg Willem zich af waarom ‘Die kleuters en kinderen niet wat langer aan mogen klooien met hun handen?’ Hoezo moeten ze meteen met de neus in de boeken, als er in elke klas ongetwijfeld een handjevol kinderen liever met de handen werkt? Dat kon volgens hem technisch of creatief zijn. Alleen je hoofd gebruiken is niet per se goed, vond Willem. Ik knikte instemmend. Het gesprek zette me aan het denken.
Het is bijna tien jaar geleden, ik denk dat mijn jongste dochter een jaar of 3 was. Zij was toen al lekker tegendraads en creatief. Ze trok twee verschillende regenlaarzen en sokken aan, en was het liefst de hele dag buiten (we woonden buitenaf). Op zondagochtend bleef ze vaak langer binnen omdat haar favoriete programma op tv was: UIT-ME-KAAR.
Een geniaal concept waarbij een paar kinderen, ik gok ergens in de leeftijd van 4 tot 7, telkens iets uit elkaar haalden. Van een oude wasmachine en kopieermachine tot een kapotte brommer: het kwam allemaal voorbij. De een deed het zorgvuldig de ander gebruikte meer geweld, maar er bleef slechts een ‘geraamte’ van de machine over. Het is dat het programma maximaal tien minuten duurde, maar mijn dochter had er de hele dag naar kunnen kijken.
Wat als je zoiets ook op scholen introduceert? Naast de poppenhok en de knutselhoek? Een UIT-ME-KAAR-kamer. Uiteraard ingericht naar gelang leeftijd en gevaar. Het lijkt me geniaal. Heel gek dat ik er destijds zelf niet opkwam om mijn dochter eens een kapot apparaat te geven voordat ik het naar de stort bracht of door de kringloop liet ophalen. Het leukste was dat zij nog lang de link legde met het programma. Als we op de stoep liepen waar iemand een oud apparaat aan de straat had gezet, wees ze ernaar en zei ze:” Kijk, dat is een UIT-ME-KAAR! Een paar jaar later keek ze soms nog naar Zoek het Uit!, een wetenschapsprogramma waar je schoolgaande kinderen proefjes zag doen.
Na het interessante gesprek wisselden Willem en ik nummers uit, en ik voegde ik mijn tv- idee aan zijn ‘schoolprobleem’ toe. Hij was enthousiast. Het is voor nu bij dat app-gesprek gebleven maar je weet het nooit. Want wat zou het geweldig zijn als kinderen in hun jeugd op school vaker met technische dingen in aanraking komen, zelfs voordat ze met hun neus in de boeken verdwijnen.